- Redactie
Bondsdag hoort Irakese vrouwen over toekomst christendom
De christelijke Angel (16) uit Irak kijkt uit over Berlijn. Ze vertelde de Bondsdagleden dat ze weinig hoop heeft op een goede toekomst in haar land. Een delegatie van christelijke Irakese vrouwen heeft op 24 maart de Duitse Bondsdag toegesproken over de vraag of het christendom in hun land nog toekomst heeft. Zij werden begeleid door Jubilee Campaign, die door het interkerkelijk discussieforum Stephanuskreis was uitgenodigd om de situatie van Irakese minderheden te bespreken. Zo’n 24 gasten, waarvan ongeveer twaalf parlementsleden, luisterden naar de persoonlijke en soms emotionele verhalen van de vrouwen. Gina, Angel, Manar en Cathrina komen allemaal uit Qaraqosh, een stad in Noord-Irak. Ooit werd Qaraqosh gezien als het christelijke centrum van Irak, met meer dan 50.000 christelijke inwoners. Maar in 2014 nam IS de stad in en vluchtten de meeste bewoners naar Erbil in Iraaks Koerdistan. Zeven maanden geleden werd IS verdreven uit Qaraqosh, maar van de stad zijn slechts ruïnes overgebleven. Huizen zijn in brand gestoken, bezittingen zijn vernield of weggeroofd. Onzeker ‘De toekomst is erg onzeker voor ons’, vertelde Gina, een docente psychologie die nu lesgeeft in een vluchtelingenkamp en traumahulp geeft aan vrouwen. Haar man werd twee keer ontvoerd – in 2005 en in 2007 – maar kwam uiteindelijk vrij na het betalen van 20.000 dollar losgeld. Ze wonen nu in de Koerdische stad Erbil. ‘We wachten tot onze huizen in Qaraqosh worden herbouwd, maar we weten niet wanneer en of dat zal gebeuren. Werk is er nauwelijks in Koerdistan. Vooral voor de jeugd is het erg moeilijk; ze kunnen niet studeren, werken of trouwen en wonen met veel mensen in een huis of een vluchtelingenkamp. Er is hier geen toekomst en veiligheid voor hen, en velen denken erover om naar het buitenland te gaan.’ Apotheker worden Angel, de 16-jarige dochter van Manar, bevestigde dat. ‘Ik zou graag een goede opleiding willen volgen en apotheker willen worden, maar de kwaliteit van het onderwijs is hier heel slecht. We gaan naar school in vluchtelingenkampen en caravans. Soms wordt er vijf dagen lesgegeven, soms maar twee. De leraren worden niet altijd betaald.’ Wanneer Angel over straat loopt, voelt ze zich niet veilig. ‘Ik en mijn vriendinnen dragen geen hoofddoek. Daarom worden we scheef aangekeken door moslims. In Qaraqosh was ik vrij om naar buiten te gaan en mensen te bezoeken tot laat in de avond. Volgens islamitische gewoonte mogen vrouwen echter alleen met mannelijke begeleiding het huis uit. Daardoor kom ik over als een immoreel meisje, dat vraagt om problemen en aanranding.’ De tiener hoopt dat Irak op een dag een seculiere staat zal worden, waar kerk en staat gescheiden zijn. ‘Ik hoop dat de kinderen ooit weer veilig kunnen zijn, in het bijzonder de meisjes, en dat we zonder gevaar naar school kunnen gaan. Maar veel hoop heb ik niet; de oorlog duurt nu al zo lang. Ik zal als christen niet veilig zijn, zolang de moslims de richtlijnen van de koran volgen.’ Seculiere staat Om te kunnen blijven in of terugkeren naar Irak is er voor de christenen meer nodig dan alleen de verdrijving van IS, vertelde ook Benjamin Jahola namens Jubilee Campaign aan de politici. ‘Irak is een islamitisch land en christenen worden er al veel langer vervolgd. De internationale gemeenschap moet zich ervoor inspannen om van Irak een seculiere staat te maken. Wetten die religieuze minderheden discrimineren, moeten worden afgeschaft.’ ‘De veiligheid van minderheden moet worden hersteld, dorpen moeten worden herbouwd en onderwijs moet worden hersteld’, somde Benjamin op. ‘Van de centrale en de Koerdische overheid krijgen christenen en andere minderheden weinig steun, want dat zijn allemaal moslims. De christelijke gemeenschap kijkt daarom naar de internationale gemeenschap voor humanitaire, politieke en juridische steun.’ Benjamin waarschuwde de Duitse parlementariërs ook voor het al te gemakkelijk toelaten van moslimvluchtelingen in Europa. ‘Velen van hen zijn opgevoed met een gewelddadige vorm van de islam en zullen schade toebrengen aan de Duitse samenleving, die is gebaseerd op christelijke waarden.’