Jubilee Campaign
Iran - Verhuizing na traumatische ervaring
Het was Dina, de toen achtjarige dochter van Marjan en Mani, die de deur opendeed toen hun huis in november 2015 werd overvallen door agenten van de inlichtingendienst, een gebeurtenis die hun leven voor altijd veranderde.
Vier maanden later besloten ze om Iran te ontvluchten. Het gezin woont nu, net als zoveel andere Iraanse christelijke families, in Turkije, waar ze wachten op de mogelijkheid om naar een veilig land verder te reizen. Het leven als asielzoekers in een vreemd land is onzeker en zwaar. Daarbovenop worstelen de gezinsleden, en vooral de twee kleine meisjes, met het trauma wat ze door de inval hebben opgelopen. “Mijn jongste dochter lijdt nog steeds zichtbaar onder de angst die is ontstaan door de traumatische gebeurtenissen op de dag van mijn arrestatie", aldus Mani. Marjan vult aan: “Toen ze tien dagen na de arrestatie haar vader begon te missen vertelde ik haar dat hij in het ziekenhuis lag. Drie dagen lang had ze hevige koorts en elke keer als ik naar buiten wilde, zei ze: 'Mama, je wilt naar het ziekenhuis zoals papa en je zult nooit meer terugkomen!'”
Ondertussen was de oudste dochter van het paar, Dina, zo overstuur dat ze van school moest worden gehaald. “Omdat ik het schoolgeld voor die periode al had betaald, had ik haar niet meteen van school gehaald”, zegt Marjan, “maar door haar verslechterende geestelijke gezondheid was het voor haar onmogelijk om het schooljaar af te maken.”
Zoals dat ook bij zoveel andere christenen in Iran het geval is, werd Mani opgepakt omdat hij en zijn gezin zich tot het christendom hadden bekeerd en huiskerken bezochten. Na zijn arrestatie werd Mani 13 dagen vastgehouden, waarvan 12 in eenzame opsluiting, waarna hij een gevangenisstraf opgelegd kreeg van een jaar. De officiële aanklachten luidden: ´acties en propaganda tegen de binnenlandse veiligheid, en het smokkelen van illegale goederen´.
“Ze hadden bij ons thuis Bijbels en een groot aantal christelijke boeken in beslag genomen, dus ze zagen me als een 'smokkelaar', behorend tot het 'evangelische christendom'”, legt Mani uit. “De Bijbels waren de ‘illegale goederen’.” En nogmaals, zoals dat in Iran zo vaak het geval is, kon er vanaf het begin geen misverstand over zijn dat de agenten van de inlichtingendienst maar één doel hadden met hun actie: Mani en Marjan onder druk zetten om afstand te nemen van hun christelijke geloof, of hen te dwingen om Iran te verlaten. “Op een keer zei de ondervrager tegen ons: ‘Je moet ofwel terugkeren naar de islam, of je verliest je burgerrecht om in Iran te wonen’”, vertelt Marjan, die zelf ook werd ondervraagd en bedreigd nadat haar man was vrijgekomen. “Ik weet zeker dat we doorlopend in de gaten werden gehouden en dat ze vastbesloten waren om ons onder druk te houden zodat we uiteindelijk de knoop zouden doorhakken om Iran te verlaten.”
De definitieve beslissing om te vertrekken kwam nadat hun voorganger, die ook was gearresteerd en meer dan twee maanden in eenzame opsluiting had doorgebracht, hen vertelde dat de huiskerken definitief gesloten zouden worden. “Hij vertelde ons dat het besluit om te blijven of te vertrekken helemaal bij ons lag”, herinnert Marjan zich, “maar dat het in ieder geval vaststond dat we niet door konden gaan met de huiskerken. Als we andere christenen zouden bezoeken, dan zouden we zeker in nog grotere problemen kunnen komen, met de kans om weer in de gevangenis te belanden. Hiermee zouden we ook anderen in gevaar brengen.”
En zo ontvluchtten Marjan, Mani en hun dochters hun moederland. Op dit moment woont het gezin in centraal-Turkije. Mani vertelt: “We zijn hier niet uit vrije keuze. We zijn ver van onze familie en ons land. Tijdens onze eerste dagen in Turkije was het alsof we doofstom waren; we spreken geen woord Turks. We hebben weinig geld en we hebben ook geen vaste baan. Als we werk kunnen vinden, dan kan een werkgever ons gemakkelijk van het ene moment op het andere ontslaan. De werktijden in dit land zijn erg lang en de salarissen zijn laag. Soms worden we na een dag hard werken helemaal niet betaald. Omdat we hier in Turkije niet terug kunnen vallen op de overheid, kunnen we hier niets tegen doen.”
Bron:
Comments