Gevlucht uit Vietnam, gevangen in Thailand: waar kunnen Cu en zijn gezin nog heen?
Cu, zijn vrouw en hun kinderen hadden het al niet makkelijk, als christelijke Hmong in het communistische Vietnam. Maar op 1 mei 2011 is hun leven ingrijpend veranderd – en niet ten goede. Het gezin is al bijna tien jaar op de vlucht voor de Vietnamese politie. Op dit moment zijn ze in Thailand: Cu opgesloten in een Immigration Detention Center, zijn vrouw hoogzwanger van hun vierde kind. Jubilee Campaign probeert hen naar een veilig land te brengen.
Het waren zijn identiteitspapieren – een kostbaar bezit, want de meeste Hmong-christenen hebben die niet eens – die Cu fataal werden. De politie vond ze in zijn tas, toen hij meedeed aan een demonstratie voor gelijke rechten voor de Hmong. De angst sloeg hem om het hart; nu hadden de autoriteiten niet alleen zijn gegevens, maar ook die van zijn familie. Cu’s ouders, broer en zus en twee neefjes durfden niet langer te blijven en namen de bus naar China.
Cu verborg zich in de bossen bij de Chinese grens. Zijn vrouw, die op dat moment zwanger was van hun derde kind, was hem nog niet gevolgd. In 2012 werd Cu gearresteerd, om zes jaar in de gevangenis te zitten. Op 24 juni 2018 kwam hij vrij. Ondanks een uitreisverbod namen Cu, zijn vrouw en hun kinderen zo snel mogelijk de bus om via Laos naar Thailand te gaan. Daar, meenden ze, zouden ze de kans hebben om een vluchtelingenstatus aan te vragen en een nieuw leven te beginnen.
Gevangen in Thailand
Maar de beruchte Thaise politie had geen boodschap aan de beproeving die het gezin had doorstaan. Toen hun tijdelijke verblijfsvergunning was verlopen, werd het gezin opgesloten in het Immigration Detention Center. Zijn vrouw en kinderen kwamen op 12 februari 2020 op borgtocht vrij, maar Cu en zijn jongere broer zitten nog altijd vast in de overbevolkte, vieze gevangenis.
Jubilee Campaign is al langere tijd betrokken bij vluchtelingen die in Thailand verblijven, en wil ook dit kwetsbare gezin helpen. Hun enige optie – behalve terugkeren naar Vietnam – is om hen te hervestigen in een veilig land. Dit kan via het hervestigingsprogramma van de UNHCR. Nederland nodigt bijvoorbeeld jaarlijks vijfhonderd vluchtelingen uit voor hervestiging. Het gaat dan om mensen die niet kunnen terugkeren naar hun eigen land en ook niet in het land van opvang kunnen blijven.
Het is de enige kans op een beter leven voor het gezin van Cu. Tegelijkertijd is de kans dat het lukt maar klein. Volgens cijfers van de UNHCR wordt minder dan één procent van alle vluchtelingen hervestigd. In 2019 zouden dat zo'n 250.000 mensen zijn.
Bang voor protestanten
Cu en zijn familie hebben reden genoeg om niet te willen terugkeren naar Vietnam. Zij worden vijandig bejegend door de communistische overheid en krijgen te maken met bedreiging, dwang, marteling en gevangenisstraffen. Sommige Hmong zijn zelfs overleden terwijl zij in hechtenis zaten.
Het Hmong volk komt oorspronkelijk uit China. In de 18e eeuw migreerden zij naar de ruige hooglanden van Noord-Vietnam, Laos, Thailand en oostelijke delen van Myanmar. Eind 1980 begonnen zij zich tot het christendom te bekeren, toen zij radioprogramma’s hoorden die door protestanten vanuit Manila in de Filippijnen werden uitgezonden.
Vietnam moet echter weinig hebben van het protestantse geloof. Het doet hen teveel denken aan Frankrijk en de VS, twee grootmachten die het land lange tijd hebben bezet. De overheid is ook bang dat het geloof in Jezus als Messias de Hmong inspireert om in opstand te komen en een eigen koninkrijk te vestigen.
Gecontroleerd en verjaagd
Daarom houdt de overheid deze ‘verdachte’ religie streng onder de duim. Een belangrijk instrument daarvoor is de Law on Religion or Belief, die op 1 januari 2018 in werking trad. Deze wet geeft de autoriteiten de mogelijkheid om religie onder controle te houden en in te perken. Om een wettelijke status te krijgen, moeten religieuze groepen een ingewikkeld proces van registratie doorlopen. Zonder registratie is het verboden om te preken, ceremonies te houden, religieus onderwijs te geven, religieuze materialen te produceren, donaties te ontvangen of humanitaire hulp te verlenen.
Wanneer Hmong-christenen een verzoek tot registratie indienen, wordt dit haast altijd geweigerd. Zij zien het registratieproces dan ook als een manier van de overheid om christenen in de gaten te houden.
Christelijke Hmong worden ook vervolgd door hun eigen stamgenoten, waarvan sommigen nog altijd het oorspronkelijke animistische geloof aanhangen. Zij vinden dat de christenen hun cultuur en identiteit hebben verloochend. In een poging om hun stamcultuur te behouden, worden nieuwe gelovigen met geweld uit de dorpen verdreven.
Comments