top of page
  • Writer's pictureJubilee Campaign

Hoe een hechte kerkgemeenschap christenen helpt overleven


Dit artikel is het tweede deel in een serie van vier over het thema 'Leven als christen in Pakistan'. Onze collega Mirjam was eind 2017 enkele weken in Pakistan en ontmoette veel christenen, die haar lieten zien hoe het is om als gelovige te leven in dit door moslimextremisten beheerste land. Als christen in Pakistan wonen, kan levensgevaarlijk zijn vanwege de gevreesde blasfemiewet, zo hebt u kunnen lezen in deel 1 van onze Pakistanserie. Maar ook in het gewone dagelijkse leven hebben christenen het niet gemakkelijk. Christen-zijn betekent vaak armoede, werkloosheid en gebrek aan medische zorg en onderwijs. Toch speelt het geloof en de kerkelijke gemeenschap, meer nog dan bij westerse christenen, een centrale rol in hun leven. Dit is de plek waar zij hulp en troost vinden.

De mate van religiositeit is in Pakistan sowieso hoog, zowel bij christenen als bij moslims. Op straat hoor je regelmatig de uitspraak ‘inshallah’ (als God het wil). Christenen gaan niet alleen op zondag naar de kerk, maar komen ook op doordeweekse avonden samen om te zingen en te bidden. Moslims bidden vijf keer per dag en bezoeken regelmatig de moskee. Even gezellig bij elkaar op de koffie? Grote kans dat het geloof één van de gespreksonderwerpen is.

Het leven in een Pakistaans dorp is eenvoudig en speelt zich af rondom kerk of moskee.

Vooral buiten de grote stad fungeren kerk en moskee als belangrijke ontmoetingsplek. Uitgaan naar een café of bioscoop is er in kleine dorpen niet bij. Het enige vermaak dat ze hebben, is familie opzoeken en naar de kerk gaan, zag onze collega Mirjam in Pakistan. ‘Activiteiten als sport zijn voor hen te duur. Daardoor leven moslim- en christengemeenschappen redelijk gescheiden, al is er wel contact. Christelijke en islamitische buren kunnen een goede band hebben. Toch blijft het altijd oppassen met wat je tegen elkaar zegt. Discriminatie ligt steeds op de loer.’

Toneelstukjes Het leven van een Pakistaanse christen speelt zich letterlijk af in en rondom de kerk. ‘Veel meer dan ik in Nederland gewend ben, vormen zij een hechte gemeenschap die samen optrekt en nauw betrokken is bij elkaars leven’, vertelt Mirjam. Tijdens haar verblijf waren de voorbereidingen voor het kerstfeest in volle gang. ‘Dat is een hoogtepunt voor de christelijke gemeenschap. Op Kerstavond komt iedereen bij elkaar, ze eten samen en kinderen voeren in zelfgemaakte kostuums toneelstukjes op die ze wekenlang hebben voorbereid.’

De hechtheid van de gemeenschap betekent echter niet automatisch dat een gemeentelid wordt geholpen als deze van blasfemie wordt beschuldigd – iets dat regelmatig voorkomt. ‘De mensen willen wel’, zegt Mirjam, ‘maar er heerst veel angst om zelf te worden vermoord, en vaak ontbreekt het gewoonweg aan geld en middelen.’ Dat beaamt Saleem, een christen uit Karachi. ‘We willen wel helpen, maar ik heb ook een gezin te onderhouden en te beschermen. Mijn vrouw is bang dat mij of ons gezin iets overkomt.’

Steunpilaar

Wanneer onze collega een Pakistaanse familie bezocht, werd steeds de voorganger erbij gehaald om te vertalen.

De aangewezen persoon voor hulp in moeilijke situaties is de voorganger van de gemeente: hij is hoger opgeleid, spreekt vaak Engels én beschikt over geld. Hoewel hij niet de enige persoon is die hulp kan bieden, is hij meestal wel het eerste aanspreekpunt, en fungeert zo als steunpilaar van de kerkgemeenschap. Ook Mirjam merkte dit tijdens haar verblijf. ‘Steeds wanneer ik een familie bezocht, werd de voorganger erbij gehaald om te vertalen. Ook bij contact met overheidsinstanties, scholen en bedrijven wordt steevast de voorganger erbij gehaald, omdat christenen vaak analfabeet zijn.’

Voorgangers springen overigens wél regelmatig bij wanneer een christen wordt beschuldigd van godslastering. Mirjam sprak met een gearresteerde pastor die vanwege een blasfemiebeschuldiging gevangen zat. Bij het gesprek was een andere voorganger aanwezig, die nauw betrokken is bij de gevangen pastor en zijn gezin. Hij steunt hen financieel en zorgt ervoor dat de kinderen onderwijs krijgen – iets waarvoor de familie erg dankbaar is. Jubilee Campaign geeft het gezin ook geldelijke steun, dat via de voorganger in delen aan het gezin wordt verstrekt.

Kaf onder het koren Het is goed om te zien dat voorgangers hun kerkgemeenschap zo goed bijstaan, benadrukt Mirjam. Toch plaatst ze er ook enkele voorzichtige kanttekeningen bij. ‘Sommige voorgangers staan door de vele hulpvragen onder grote druk en bezwijken bijna onder de last.’ Een ander nadeel is dat er óók bij kerkleiders kaf onder het koren te vinden is. Laaggeletterde, gebrekkig opgeleide christenen zijn een makkelijke prooi voor een kwaadwillende voorganger.

‘Wat me verder opviel, was dat er soms concurrentie bestaat tussen de pastors onderling’, vertelt Mirjam. ‘Ze gaan de strijd aan om de grootste kerk, de meeste kerkgangers, het meeste geld en de beste connecties.’ Dit is in Westerse kerken helaas niet anders, maar Mirjam denkt dat Pakistaanse kerken wat dit betreft kwetsbaarder zijn. ‘Juist vanwege de hechte structuur en de enorm belangrijke positie die de voorganger inneemt, kan een misstap van de leider de gemeente extra hard raken.’

Negen christenen kwamen om bij een zelfmoordaanslag op de Methodistenkerk in Quetta.

Toewijding Toch is haar vooral een positief beeld bijgebleven van de Pakistaanse christenen en hun kerken. ‘Het trof me hoe toegewijd ze zijn aan God, hun geloof en hun kerkelijke gemeenschap. Een paar dagen voor het kerstfeest kwamen nog acht christenen om bij een aanslag in de stad Quetta, terwijl ze bezig waren met de voorbereidingen van het kerstfeest. Eén van hen vertelde: ‘We zijn zo verdrietig, maar dit houdt ons niet van de kerk weg. Als we sterven, sterven we. We zijn het gewend, al die aanslagen op kerken en onze gemeenschap. We kunnen niets anders doen dan bidden.’

bottom of page