top of page
  • Writer's pictureJubilee Campaign

‘Mijn nicht is uitgehuwelijkt aan een IS-leider’


Irakese christenen die in vluchtelingenkampen verblijven deelden hun schrijnende verhalen met onze collega. Onze collega Mirjam heeft onlangs een bezoek gebracht aan enkele vluchtelingenkampen in de stad Erbil in Iraaks Koerdistan. Ze ontmoette veel christenen, die in caravans, kleine kamers of soms een appartement wachten tot IS wordt verdreven uit hun dorpen. Een greep uit de schrijnende – maar soms ook hoopvolle – verhalen die Iraakse christenen aan Mirjam hebben toevertrouwd. Verraden door moslimvrienden ‘Ik kom uit Mosul, waar christenen en moslims in vrede naast elkaar leefden. Wij gingen goed met elkaar om en dronken samen koffie. Toen IS binnenviel, hebben veel soennitische moslims de strijders met gejoel en geklap verwelkomd. Zij dachten dat de soennitische strijders hen zouden bevrijden van de sjiitische overheersing. Wij, de christenen, werden weggejaagd en moesten alles achterlaten. Ik voel me verraden door onze vroegere moslimburen en -collega’s. Als ik nu met een moslim praat, voel ik wantrouwen opkomen. Ze kunnen wel aardig tegen me doen, maar uiteindelijk weet ik niet wat er in hun hart speelt. Op basis van hun geloof mogen ze alles met ons doen, dus ik durf hen niet meer te vertrouwen.’ ‘Ik weet niet zeker of de soennieten in Mosul nog steeds blij zijn met de overheersing van IS. Zij hebben de macht overgenomen en voeren de sharia in, waardoor er nog maar weinig vrijheid is. Meisjes mogen officieel vanaf hun negende jaar uitgehuwelijkt worden, dus families houden hun dochters angstvallig thuis. IS heeft bovendien veel soennitische politieagenten, advocaten en andere mensen vermoord om de macht te behouden. Sommige soennieten en sjiieten hebben ook veel te lijden gehad door de komst van IS.’

Christelijke man uit Mosul

Hulp van de kerk ‘Ik woon in een vluchtelingenkamp dat redelijk wordt onderhouden, in een huis dat we delen met twee gezinnen. De christelijke gemeenschap helpt ons heel goed. Alles wordt betaald door de kerk, die op haar beurt financiële ondersteuning ontvangt van hulporganisaties en kerken in het buitenland. Ik heb zelf een klein baantje kunnen vinden: bij een kapsalon verzorg ik bruidskapsels en doe ik de make-up. Met het geld dat ik verdien kunnen wij eten en andere dingen kopen voor ons gezin. Mijn andere familieleden hebben helaas geen werk.’ ‘Als christenen zijn we heel hecht geworden. Regelmatig hebben we bidstonden en aanbiddingsavonden in het kamp. Laatst zijn we met de jeugd van de kerk een weekend weg geweest. We hebben daarvoor allemaal ons geld bij elkaar gelegd. Het is geweldig wat God in ons midden doet. Zonder Hem zou ik heel anders zijn onder deze situatie. Ik vind het erg voor de moslims die hier wonen, omdat zij geen dergelijke steun krijgen van hun gemeenschap. Zij hebben het moeilijker dan wij.’

Arleta

Dromen in duigen ‘Ik woon met mijn familie in één van de slechtere opvangkampen. We slapen met een groot deel van ons gezin in een kleine kamer. Overal om ons heen lopen volwassenen en kinderen rond, waardoor er weinig privacy is. Ik ga nu wel naar school, maar niemand van ons gezin heeft een baan. Het is de droom van mijn broertje om dokter te worden, maar ik weet niet of dat nu nog mogelijk is.’

Oureata, 22 jaar, uit Karakosh

Uitgehuwelijkt aan IS ‘Toen we in augustus 2015 op de vlucht sloegen, hebben we haast niets meegenomen. We dachten dat het loos alarm was en dat we de volgende dag weer zouden terugkeren. Er was in die tijd vaker sprake van loos alarm. We hebben onze paspoorten niet eens meegenomen. Maar die dag viel IS ons dorp echt binnen.’ ‘Sommige christenen, zoals mijn nicht en haar man, waren helaas achtergebleven. We hebben geen contact meer met hen kunnen krijgen, op één telefoontje van mijn nicht na. Zij vertelde dat ze is uitgehuwelijkt aan een IS-leider in Karakosh. Toen haar man protesteerde, is hij meegenomen. We vrezen dat hij is vermoord. Mijn nicht is een mooie vrouw en is daarom waarschijnlijk aan één van de leiders gegeven.’ ‘Tijdens het telefoongesprek vroegen we mijn nicht in welk huis ze zich bevond. We wilden haar gaan ophalen. Maar ze vertelde dat het huis vol zat met IS-strijders en streng werd bewaakt. We hebben nog geprobeerd om in Karakosh te komen, maar de wegen zijn geblokkeerd. Na het telefoontje hebben we geen contact meer met haar gehad. Het is heel verdrietig, want Karakosh is nog geen anderhalf uur rijden hier vandaan.’

Christelijke man uit Karakosh

bottom of page