Bijna honderd miljoen nieuwe christenen in China
Vooral het aantal leden van de Chinese huiskerken, die niet onder toezicht staan van de overheid, groeit explosief. Wat je (bijna) niet leest in de media In China is een bijzondere ontwikkeling gaande: sinds dertig jaar groeit het aantal christenen explosief. In het begin van de jaren tachtig waren er nog 1 miljoen christenen, terwijl dit aantal in 2015 met bijna honderd miljoen was toegenomen. Opmerkelijk is ook dat in China de grootste bijbeldrukkerij ter wereld staat. Hoewel christenvervolging nog bestaat in het Oost-Aziatische land, voorspellen sommige experts dat China over vijftien jaar het grootste christelijke land zal zijn. Hoe is deze enorme omslag te verklaren? Allereerst moet worden opgemerkt dat het, vanwege het grote aantal ondergrondse kerken, lastig is om het exacte aantal Chinese christenen aan te geven. Geschat wordt dat zo’n dertig miljoen protestanten lid zijn van de georganiseerde kerk. Veertig tot zestig miljoen protestanten horen bij een ondergrondse kerk, en de Rooms-katholieke kerk heeft nog eens tien miljoen leden. Volgens socioloog Fenggang Yang, die veel onderzoek doet naar Chinese kerken, is deze schatting nog veel te laag. Hij voorspelt dat China in 2030 247 miljoen christenen telt, meer dan landen als Brazilië, Mexico en de Verenigde Staten. Aantrekkingskracht Er zijn diverse oorzaken te noemen voor de grote toename van het aantal Chinese christenen. het familiegevoel, de gemeenschapszin, de dienstbaarheid aan ouderen, zieken en kinderen en de belangrijke rol voor vrouwen zijn aspecten van het christelijk geloof dat veel mensen aantrekt. Maar ook de boodschap van gelijkwaardigheid van alle mensen en gerechtigheid voor de armen spreekt de Chinezen aan. Daarnaast spelen genezingen een belangrijke rol. Sinds 1992 is maar liefst 62% van de huidige christenen tot geloof gekomen vanwege een genezing of andere wonderlijke gebeurtenis. Christenen ervaren bovendien de levensveranderende aanwezigheid van God in hun leven. Tenslotte drijft de aard van de huidige Chinese samenleving mensen naar het christelijk geloof. Volgens Chinezen is de communistische maatschappij een samenleving zonder hart. Er is een gebrek aan waarden en normen en er bestaat veel armoede en wantrouwen richting de overheid. Een nieuw geloof Bijna driekwart van de Chinese christenen is vrouw. Zij spelen een belangrijke rol in de kerk. Ook steeds meer jongeren, intellectuelen en professionals voelen zich aangesproken door de christelijke boodschap en laten zich dopen. Het geloof in de werking van de Heilige Geest wordt zichtbaar in de grote vreugde en kracht die de gelovigen uitstralen. De Chinese christenen zijn missionair en tonen een grote begeestering: ze vertellen graag over hun geloof en maken zelfs plannen voor zendingsactiviteiten. Het is vooral de protestantse kerk die in de afgelopen dertig jaar is gegroeid. Omdat er geen bisschop nodig is voor het stichten van een nieuwe gemeente, hebben zij het wat gemakkelijker dan de Rooms-katholieken. Door het gebrek aan leiding ontstonden er wel enkele vreemde sektes. Het tekort aan theologen is nog steeds een probleem voor de Chinese kerk. Een officiële theologische opleiding is alleen mogelijk bij instituten die worden gecontroleerd door de staat. Culturele christenen Een interessante groep is die van de ‘culturele christenen’. Het gaat hier vaak om academici, die zich interesseren in de christelijke filosofie. Hoewel ze niet in de boodschap van het evangelie geloven, vinden ze de christelijke waarden belangrijk voor de samenleving. Volgens hen kan het huidige atheïstische China niet verder zoals het er nu uitziet. Ze zien Europese kerkvaders als Augustinus, Thomas van Aquino en Calvijn als voorbeeld voor de Chinese samenleving. Onder de invloed van deze grote denkers werd Europa ten slotte een plek voor mensenrechten en wetenschap. Kerk en staat De Chinese staat wil nog steeds graag alles onder controle hebben, inclusief de kerken. Zowel de protestantse als de Rooms-katholieke kerk heeft een officiële versie, die onder toezicht staat van de overheid. De ondergrondse huiskerken hebben meer leden dan de officiële kerken, en worden over het algemeen getolereerd – maar ook gecontroleerd – door de overheid. De vrijheid van deze kerken verschilt per regio. Hoewel de voorgangers in de gaten gehouden worden door de overheid, voelen zij zich redelijk vrij in het preken. Tenminste, zolang ze maar geen politieke uitlatingen doen.